Inloggen

banner 3origineel20170118

bannerwitstuitbarmsijs

Kievietsnest LoenderveenOp de avond van 16 mei 2014 inventariseert de werkgroep broedvogels de Loenderveense waterleidingplassen. Al 10 jaar wordt hier door ons de broedvogelstand gevolgd en net als bij de tellingen in de Eempolder levert dit een schat aan gegevens op.

Jan zou Jan Mooij niet zijn als hij de ontwikkelingen afzette tegen de landelijke trends. Zo heeft hij ontdekt dat de ontwikkeling in het aantal rietzangers bij de waterleidingplassen 1 op1 gelijk is aan de landelijke trend. Zou heel Nederland kunnen volstaan met de telling in Loenderveen?

Daar ging het deze avond niet om. De zingende ‘avondvogels’ staan centraal en of het experiment om het riet terug te krijgen al zoden aan de dijk zet.

Wat wil het geval. De laatste jaren is een duidelijke terugval in het aantal grote karekieten en de waterral is al een paar jaar verdwenen. Het vermoeden is dat dit komt door het slinken en op sommige plekken nagenoeg verdwijnen van de rietkraag die zo kenmerkend is voor dit gebied. En de grauwe ganzen hebben dit op hun geweten. Zo zullen ze het zelf niet ervaren. Als mens zien we graag balans in de natuur en om die terug te krijgen is het zaak het geheel een handje te helpen. Soms helpt het, soms ook niet of pas in tweede instantie.

Zo is een paar jaar terug met het plaatsen van twee hekken, de helft van het gebied ‘vosvrij’ gemaakt. Dit was gedaan om de toenmalige kolonie purperreigers te beschermen. De purperreigers zijn echter niet meer teruggekomen, ook omdat de gans (toch niet zo dom) de kans greep bij afwezigheid van de vos het riet op te eten. Eieren rapen leverde te weinig resultaat op en de vos weer ruim baan geven, was ook wat te gortig.

Daarom is besloten is om het nu groots aan te pakken met een heuse ganzenwacht. Van zonsopgang tot zonsondergang, 7 dagen per week is de ganzenwacht paraat om uit te rukken zodra ganzen op de waterleidingplassen neerstrijken. ’s Ochtends vroeg hebben we de mannen die dit doen al een aantal keren gesproken en het werkt. Er is geen gans te bekennen.

Vanavond gaan we op stap voor de avondronde samen met Nico Bouman de terreinbeheerder en Gerard ter Heerdt de ecoloog van Waternet. Zij weten het gesprek al snel naar het totale ecosysteem te brengen en wijzen ons enthousiast op de bloemetjes en plantjes en inderdaad het riet dat met meters tegelijk zijn kans schoon ziet. De eerste scheuten hebben het wateroppervlak bereikt en kijken als het ware reikhalzend naar de zon. Een stukje verder zien we sporen van een predator. Afgeknakt riet, dit moet een ‘muskusrat’ zijn. Nico maakt een aantekening in zijn boekje, hier moet tegen worden opgetreden.

Echt alert worden we als we een kleine karekiet horen. Die hadden zich de laatste tellingen nog niet echt laten horen. Te laat, wie zal het zeggen. We zijn blij deze avond te horen dat een aantal toch de weg terug naar de waterleidingplassen heeft gevonden. Hetzelfde geldt voor de zwarte sterns. Veel vlotjes en alle paaltjes in het water zijn bezet door een zwarte stern die even wil uitrusten.

De telescoop wordt uitgepakt als we een paartje krooneend zien, die zich tegoed doen aan flinke porties kranswier. Bijzonder om te zien hoe de krooneend met een bek vol boven water komt en dit dan naar binnen weet te werken. Verderop zien we nog een paar mannetjes en later hebben we helemaal prijs als we een paartje krooneend zien met 4 jongen. De krooneend zet de opmars van de laatste jaren duidelijk voort.

Hetzelfde geldt voor het riet dat overal de kop opsteekt. Waarschijnlijk te laat om dit jaar nog een grote karekiet te verleiden. We horen geen enkele keer de tonen van een krassende plaat. De snor daarentegen lijkt bijzonder tevreden met dit gebied. Bijna de gehele rondwandeling worden we begeleid door ‘snorrende snorren’.

Gerard ter Heerdt vertelt ons over het ontstaan van het bosje dicht bij de vogelkijkhut. Oorspronkelijk een baggerdepot, hebben hier berken en elzen wortel geschoten en is een stukje bos ontstaan. Een wankel evenwicht want ze hebben geen vaste grond onder de voeten.

Dirk Prop had aangegeven waar een kievit midden op het pad een nest met 3 eieren had en nog zijn we in staat er glad langs te lopen. Gelukkig had Piet het nog op tijd in de gaten. Zo vaak krijg je niet de kans een kievitsnest met eieren te zien. De kievit dacht daar anders over en snel liepen we door. De kievit en tureluur zijn sinds een paar jaar vaste gast en ook de watersnip heeft het gebied gevonden. Dit jaar kunnen we uitgaan van minstens 1 territorium.

Mijn fantasie neemt de vrije loop als we een veenmol horen. Zouden ze hier in vroegere tijden een ondergrondse snor bij hebben voorgesteld. Een metamorfose van vogel naar geheime gangengraver. Hoe dan ook, we horen hem wel maar zien is een ander verhaal.

Het einde van de rondgang nadert. We hebben gezien dat het riet echt terugkomt. Dit biedt perspectief voor de komende jaren en maakt nieuwsgierig naar de tellingen van de komende jaren terwijl we nog midden in het seizoen 2014 zitten. De kleine karekiet is gearriveerd, aan snorren geen gebrek om over de rietzangers maar te zwijgen. Bij de laatste telling waren het er meer dan 100.

Juist als we bedenken dat er nog een gast mist, worden we uitgeleide gedaan door de ‘breasted blues’, 5 blauwborsten die tegen elkaar opzingen, de tonen van de een worden aangevuld door de ander.

Een uniek einde van een mooie avondwandeling.

Piet en ik zitten er een paar dagen later nog vol van. Op de harde cijfers en conclusies die je kunt trekken na 10 jaar inventariseren wordt nog wel apart teruggekomen. Deze sfeerimpressie willen we graag alvast met iedereen delen.

Wobbe Kijlstra