Het was weer even een echte winter, met schaatstoertochten en koek en zopie op het ijs. Van heinde en verre kwamen de liefhebbers naar Loosdrecht, Kortenhoef en Ankeveen. Overal was ijs. Ook nog IJsvogels? Jelle Harder, de coordinator van de ijsvogelwerkgroep, doet verslag.
In de afgelopen periode tussen ongeveer eind december 2008 en half januari 2009 was het grootste deel van het water in ons land bevroren. Temperaturen tot circa -18ºC in Limburg en in onze regio tot -9ºC in Huizen waren geen uitzondering. Misschien was alleen de Spiegelpolderplas bij Nederhorst den Berg nog ijsvrij. Maar die is dan ook groot en wel 40 m diep.
Het is duidelijk dat de IJsvogels waar we de afgelopen jaren, met veel succes, een groot aantal broedwanden voor gemaakt hebben de winter niet schadevrij zullen doorkomen. Het probleem is dat onze IJsvogels zich voor het grootste deel als standvogels gedragen. Slechts een klein deel gaat in het najaar zuidwaarts. Als de winter een winter zonder ijs is kunnen IJsvogels voortdurend hun voedsel, vis, bereiken. Een beetje ijs, of ijs voor een paar dagen is ook niet gunstig voor deze vogels maar dat is nog redelijk te overleven. Wanneer er zoals in de genoemde periode twee weken sprake is van ttaemperaturen die zorgen voor een dikke ijsvloer krijgen veel IJsvogels het moeilijk. Na die twee weken begon het langzaam te dooien. En weer twee weken daarna is er nog steeds veel ijs op de kleine waterpartijen maar de grotere zijn grotendeels of geheel ijsvrij. Veel vis is dus weer bereikbaar geworden.
Strenge winters
Regelmatig krijg ik opmerkingen en vragen van mensen die zich afvragen wat er zou gebeuren als we weer eens een strenge winter krijgen. Hoe zal het de ijsvogels dan vergaan?
Een antwoord daarop is niet eenduidig te geven. Het hangt samen met de lengte en strengheid van die winter zoals hierboven al aangegeven. Een ding is wel zeker, zoals de historie ons heeft geleerd. Komt er een (bijna) echte ‘Elfstedenwinter’ dan kun je er op rekenen dat 80-90% van de IJsvogels het hier niet overleeft. De laatste keer dat zo’n klap werd uitgedeeld was in de winter van 1995-1996. Daaraan voorafgaand waren er in het broedseizoen van 1995 volgens gegevens van SOVON landelijk 325-425 paar IJsvogels aanwezig. Een jaar later na die strenge winter waren dat er nog 70-90 paar. Een daling van 80%. In onze regio ging de stand in diezelfde tijd van 21 paar naar 3-5 paar. Een terugval met 81%. Daarna kwam er nog zo’n winter met op 4 januari 1997 de (tot nu toe laatste) Elfstedentocht. In Nederland waren er daardoor in 1997 nog maar 35-50 paar IJsvogels over en in Gooi en Vechtstreek 0 paar!
Gelukkig kan er ook weer redelijk snel herstel optreden, mits er niet teveel ijs komt. In 2001 was de stand landelijk en in de regio weer op het peil van 1995.
Wakken in Huizen
Eind 2008 was de situatie in de regio dus zo dat het meeste water dichtgevroren was. De ijsvogelliefhebbers begonnen zich steeds meer af te vragen hoe het met de IJsvogels gesteld zou zijn. Zijn ze er nog? Kunnen ze overleven en waar dan?
Rondkijkend in de natuur en ook in dorp en stad zag je hier en daar een wak, vaak niet groter dan 50-100 m². Meestal werden die wakken opengehouden door wat eenden, Meerkoeten, Waterhoentjes en ganzen. Oplettende waarnemers zagen bij een wak soms een IJsvogel. Ze waren er dus nog! Voor Paul en Loes van der Poel was dat het sein om in Huizen de handen uit de mouwen te steken en niet lijdzaam toe te zien hoe de IJsvogels het loodje zouden leggen. Op 29-12-08 besloten ze om 2 wakken te maken in het water langs de weg met de naam Zuiderzee. Halverwege die twee wakken zagen ze een ijsvogel op de brugleuning van de Voormaat. Ze zagen dat er in dezelfde waterpartij langs de Zuiderzee en Huizermaatweg eind december nog 3 wakken waren en een strook open water. Vanaf dat moment zijn Loes en Paul iedere dag, in ieder geval tot en met 12-1-09 langs de wakken gegaan. Vaak zelfs twee of driemaal per dag. Hierover hebben ze een dagboekje bijgehouden waarin te lezen is dat ze nu en dan de wakken weer ijsvrij moesten maken. Heel vaak zagen ze een IJsvogel bij de wakken maar ook diverse keren twee exemplaren. Bij de wakken kwamen natuurlijk ook Waterhoentjes, Meerkoeten, maar ook Sijzen, Roodborst, Koperwieken en Vinken om hun dorst te lessen. Ook twee Witte kwikstaarten en zelfs een Rouwkwikstaart werden gezien. In de groenstroken naast het water werd verschillende malen een Houtsnip gezien. Kortom, er waren niet alleen IJsvogels in de buurt van de wakken maar zeker ook andere vogels.
WAAK over een WAK
Aangespoord door de acties van Paul en Loes van der Poel heb ik op 1-1-09 het initiatief genomen een beperkte actie ‘WAAK over een WAK’ te starten. Via een mailbericht stuurde ik aan circa 150 mailadressen van mensen die bij de IJsvogelwerkgroep horen en mensen die in 2008 ijsvogelwaarnemingen instuurden, het verzoek om ook wakken open te gaan houden. Met wat eenvoudige instructie is geprobeerd mensen er toe te bewegen de wakken in hun directe omgeving op te zoeken, open te houden en na te gaan of er IJsvogels bij zitten. In navolging van Paul en Loes is geadviseerd wat brood in een wak te gooien als voedsel voor vissen maar uiteindelijk voor de IJsvogels. (In Huizen en Breukeleveen werd gezien dat er in een wak waar brood gevoerd was veel vis kwam). Het neerleggen van dode visjes voor IJsvogels zoals iemand uit Lelystad vroeg of dat zou werken, helpt niet. IJsvogels zijn geen aaseters.
Na het versturen van de actiemail kwamen er al snel reacties los. Uiteindelijk zijn er van 23 verschillende mensen uit de regio reacties binnengekomen. In totaal hielden zij minimaal 25 wakken in de gaten en telden daar tenminste 18 verschillende IJsvogels. Soms zat er vrijwel alle dagen een IJsvogel bij het wak. De wakken bevonden zich zowel in de stadsvijvers als aan de rand van dorp en stad. Steeds eigenlijk vlakbij de plek van de waarnemers.
Plaatsen waar soms 2 IJsvogels tegelijk zijn gezien waren behalve in Huizen, de Hilversumse Meent, Lorentzvijver, 3e Havenarm in Hilversum en aan de Herenweg in Breukeleveen.
Behalve de 18 gemelde IJsvogels werden er op de site van de vogelwerkgroep in dezelfde periode ook nog 5 IJsvogels genoteerd. Een blik op de site van waarneming.nl laat zien dat er hieraan nog 15 meldingen verspreid over de regio toegevoegd kunnen worden.
IJsvogelstand gehalveerd?
In het begin van mijn verhaal gaf ik aan dat strenge winters fataal zijn voor veel IJsvogels. In dat licht bezien is het interessant te weten dat in de afgelopen ijsperiode er slechts 2 IJsvogels bij het Vogelhospitaal in Naarden zijn binnengekomen. Volgens beheerder Frank van der Woord waren ze totaal verzwakt. Een IJsvogel heeft het niet overleefd, de andere wel. Ook Paul en Loes van der Poel noteerden uit de mond van een voorbijgangster dat er in Huizen bij de zogenaamde ‘Ziekenfondsvijver’ een dode IJsvogel was gezien.
Maar de centrale vraag is nu natuurlijk: “Wat is de invloed van de ijsperiode op het aantal IJsvogels?” Dat vind ik een moeilijk te beantwoorden vraag. Mijn gevoel zegt mij dat het dit jaar wel eens 50-60% minder kan zijn. Zal dat zo zijn? Waaraan moet je dat toetsen?
Om toch een houvast te krijgen heb ik tabel 1 samengesteld. De tabel betreft ijsvogelwaarnemingen in het werkgebied van onze vogelwerkgroep uit de korte periode van 29-12-07 t/m 16-1-08 en 29-12-08 t/m 16-1-09. Deze laatste periode wordt hierboven beschreven. Vanaf 1-1-08 was ook de site van de vogelwerkgroep actief om daar waarnemingen van IJsvogels op te zetten in het kader van de soort van het jaar. Op deze manier is het mogelijk een beperkte vergelijking te maken tussen alle ijsvogelwaarnemingen in twee korte perioden.
Tabel 1: Aantal gemelde IJsvogels in twee winterperioden
Website | 29-12-07 t/m 16-1-08 | 29-12-08 t/m 16-1-09 |
www.waarneming.nl | 15 | 17 |
www.vwggooi.nl | 18 | 20 |
Totaal aantal | 33 | 37 |
Uit de tabel is op te maken dat er geen negatief verschil is tussen de laatste periode en die van een winter eerder. Bedenk daarbij ook nog dat de vorige winterperiode geen schaatswinter was zoals nu. Deze beperkte vergelijking geeft een beetje hoop op misschien toch een goed broedseizoen in 2009. Maar pas in de loop van het jaar zal echt duidelijk worden hoeveel ijsvogels het niet gehaald hebben en hoeveel paartjes er weer in slagen hun jongen groot te brengen.
Dank
Dit verhaaltje is alleen maar mogelijk geworden dankzij de ijsvogel- en wakkeninformatie van actieve vrijwilligers. Dank daarom aan: Michiel van Balen, Rob Bekker, Bertus van den Brink, Marold Brom, Hendrik van Driel, Henk van Dijk, Saskia Everts, Jacob Hansma, Ben den Hoed, Liesbeth Hoekzema, Harry de Klein, Arda van der Lee, Koos Meesters, Corrie Ockhuysen, Loes en Paul van der Poel, Ria en Gert Reijersen, Nico Rijper, Jan Willem Lutje Schipholt, Anja Schuitema en Vivian Terken.
Jelle Harder
Foto ijsvogel: Paul van der Poel