Tim Visser heeft tijdens een master opleiding aan de Universiteit van Wageningen onderzoek gedaan naar het effect van greppel plas-dras op weidevogels in de Eempolders. Greppel plas-dras houdt in dat het slootpeil plaatselijk wordt verhoogd, bijvoorbeeld met behulp van een pomp op zonne-energie. De bedoeling is om hiermee de overlevingskansen van jonge weidevogels te verhogen.
Maar, wordt dit doel ook bereikt?
Tim Visser concludeert dat dit inderdaad het geval is en dat gemiddeld 5 maal meer foeragerende kuikens in de greppel-plas dras percelen voorkomen dan elders. Zowel de grutto, kievit als tureluur maken meer gebruik van percelen met greppel plas-dras dan van percelen zonder greppel plas-dras. Daarnaast komen er zowel meer kleine (<4mm) als grote (>4mm) insecten voor op percelen met greppel plas-dras dan op percelen zonder greppel plas-dras. Tenslotte is de vegetatiestructuur op percelen met greppel plas-dras geschikter voor foeragerende weidevogelkuikens dan op percelen zonder greppel plas-dras. Dit komt ten eerste doordat de gemiddelde dichtheid van de vegetatie op percelen met greppel plas-dras lager is dan op percelen zonder greppel plas-dras, wat ten goede komt aan de doorwaadbaarheid van de vegetatie.
Ten tweede komt dit doordat de variatie aan dichtheden van de vegetatie binnen het perceel groter is op percelen met greppel plas-dras dan op percelen zonder greppel plas-dras. Deze variatie is waardevol, omdat de kans dat een deel van het grasland geschikt is als foerageergebied voor een weidevogelkuiken (soort x, ontwikkelingsstadium x ) toeneemt naarmate het aanbod van verschillende vegetatiestructuren toeneemt. Op basis van bovenstaande resultaten kan worden geconcludeerd dat percelen met greppel plas-dras een aantrekkelijker foerageerhabitat voor weidevogelkuikens vormen dan percelen zonder greppel plas-dras.
Het volledige rapport is hier te lezen.