Dit jaar heeft een zeearend succesvol in het Gooi gebroed. De vestiging van deze toppredator is de natuurlijke bekroning van het ecosysteem van Eemmeer en aangrenzende Eempolder. Met de kolonisatie van de Cetti's zanger waren we al blij, maar de komst van de zeearend valt in een buitencategorie die we tot voor kort niet voor mogelijk hadden gehouden. Sinds de oertijd broedden er geen zeearenden meer in Nederland. Pas het laatste decennium hebben ze zich weer in ons land gevestigd. 'Onze' arend is het eerste broedgeval in Noord-Holland en het elfde in Nederland. Hieronder is het verslag te lezen hoe dit broedgeval verlopen is.
Intro
Gooise vogelaars worden begin 2018 enigszins onrustig bij het toenemend aantal waarnemingen van de zeearend die op waarneming.nl worden gemeld door jong (Joris Blokhuis: “Ik werd helemaal gek tijdens de les. M’n docent denkt nu echt dat ik een stoornis heb of zo, maar het was het meer dan waard! Natuurlijk een nieuwe schoolsoort.”) en oud (Harry de Klein: “Zit ik lekker aan een glaasje wijn, zie ik alle ganzen bij mij achter in paniek opvliegen. Een tel later komt op amper 50 meter een zeearend overvliegen.”). Het zwaartepunt van de waarnemingen ligt bij het Eemmeer. Ook vorige jaren werden hier met enige regelmaat onvolwassen zeearenden gezien, maar in januari 2018 verschijnen plotseling twee (bijna) volwassen vogels en deze twee trekken steeds meer gezamenlijk op. Soms kunnen ze urenlang boven het eiland de Dode Hond zweven, een fenomeen dat hier nooit eerder is waargenomen.
Eiland de Dode Hond
Het eiland de Dode Hond ligt middenin het Eemmeer en is in de periode 1963 -1965 speciaal aangelegd om als natuurreservaat te kunnen dienen, met een beperkte recreatieve functie. Eerst werd een dijk van 2.5 meter hoogte aangelegd die werd opgespoten met zand uit het randmeer. In de beginperiode vestigden zich meeuwen en sterns. Deze pioniervogels verdwenen weer door de ontwikkeling van bomen, om te worden opgevolgd door een rijke verzameling aan struik- en bosvogels. In het centrum broedt al enkele decennia jaarlijks een havik, die zich tot op heden de koning van het eiland mag wanen.
Op de oostpunt van het eiland is een aanlegsteiger gemaakt met een grasveld dat bedoeld is voor dagrecreatie. Vanuit deze locatie kan men over de ringdijk om het eiland lopen.
Het Eemmeer herbergt enorme aantallen vogels en is aangewezen als Natura 2000 gebied om specifieke Europese natuurwaarden in stand te houden.
Toeristische exploitatie
Het is duidelijk dat het zeearendpaar het eiland de Dode Hond in het vizier heeft, maar zij zijn niet de enige, want ook de gebiedscoöperatie Gastvrije Randmeren heeft zijn oog op het eiland laten vallen. De ambitie van deze groep gemeenten rond de randmeren is om toeristen op en rond de randmeren te laten groeien. Daarbij is ook het plan gemaakt om op de Dode Hond recreatieve voorzieningen te ontwikkelen zoals een haven en kampeerfaciliteiten. Dit proces heeft zich binnen de ambtelijke burelen afgespeeld, waar vergaande afspraken zijn gemaakt; de provincie heeft er 2 jaar geleden al vergunning voor verstrekt.
Het plan is om in de tweede helft van 2018 de bouw van de haven te starten. In een gesprek van de voorzitter van onze VWG samen met Nelleke Bary met de wethouder van Blaricum en de projectleider van Gastvrije Randmeren hebben we onze afwijzing van dit plan in dit bijzonder waardevolle N2000 gebied uiteengezet. Het voortdurende streven naar meer recreatieve en commerciële exploitatie van dit natuurgebied leek echter moeilijk te stoppen. Tenminste…
De vestiging
De twee arenden zien we steeds meer in elkaars nabijheid. In de vlucht zoeken ze contact en soms grijpen ze naar de klauwen van de ander. Het is duidelijk dat het serieus gaat worden en op 12 februari stuurt de vogelwerkgroep aan de beheerders van Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer een bericht om na te denken over bescherming van het eiland. Aan Hisko de Vries van waarneming.nl wordt verzocht om waarnemingen van de zeearend in het gebied onder embargo te zetten om een broedgeval niet al te publiekelijk onder de aandacht te brengen. En dan is het wachten wat er gebeurt.
Welnu, lang hoeft er niet gewacht te worden, want op 14 februari vinden Dirk Jan Pater (omgevingsdienst) en Roy Mes (boswachter Natuurmonumenten) bij een routine bezoek op het eiland twee zeearenden bij een bijna afgebouwd nest met een doorsnee van meer dan een meter. Het eerste broedgeval in het Gooi en zelfs Noord-Holland! Groot enthousiasme natuurlijk bij degenen die hiervan op de hoogte worden gesteld, maar direct ook zorgen over hoe het verder zal gaan. In de wintermaanden is het rustig in het Eemmeer, maar als de temperaturen oplopen dan kan het vooral in de weekenden druk zijn op het water. Nog vers in het geheugen liggen de verstoringen door karpervissers die in 2017 hun bivak middenin een kolonie lepelaars en zwartkopmeeuwen hebben opgezet op de nabijgelegen eilandjes de Natte Hond. Om duidelijk te maken dat het eiland een rustgebied is geworden plaatst SBB/NM verbodsborden bij de toegang tot de ringdijk en er worden enkele elzen neergehaald om een fysieke belemmering op te werpen. De eerste week is niet hoopgevend want al na enkele dagen heeft een onverlaat twee borden weggesloopt en is de barrière van de gekapte elzen doorgezaagd.
Naar aanleiding hiervan verankert SBB/NM de borden. Deze houden wel stand en de indruk is dat de beschermende maatregelen in de rest van het voorjaar goed geholpen hebben en de bezoekers zich hebben gehouden aan het beperkte toelatingsbeleid.
Hoewel een nest natuurlijk een mooi begin is, betekent dit niet dat de vogels ook daadwerkelijk zullen gaan broeden. Zeearenden leggen vaak in het eerste jaar van vestiging nog geen eieren en starten pas daadwerkelijk in het tweede jaar. Omdat wij de arenden op geen manier willen verstoren wordt in de beginperiode geen bezoek aan het eiland gebracht maar worden de ontwikkelingen op het eiland vanaf de vaste wal gevolgd. Piet Spoorenberg, voorzitter van de Vogelwerkgroep VWG, organiseert drie arend-dagen waarop vanaf het talud van de A27 een hele dag het eiland met telescoop in de gaten wordt gehouden. Het nest is vanaf deze plek weliswaar niet zichtbaar maar je hebt een goed overzicht over het eiland, waarbij je het geruis van de auto’s achter je op de koop toe moet nemen. In een wisseldienst wordt op drie zaterdagen in maart het eiland in de gaten gehouden.
De baltsperiode, waarin de arenden urenlang zwevend boven het eiland werden gezien, is duidelijk voorbij, maar elke arend-dag nemen we de vogels enkele malen in de buurt van de locatie van het nest waar. En het nest wordt blijkbaar verder uitgebouwd, want tweemaal zien we een arend met een lange tak aan komen vliegen. Ook wordt op 11 maart gezien dat een arend met in zijn klauwen een meerkoet, naar de nestlocatie vliegt. Eerder al op 27 februari fotografeerde Gerard van Bale Blanke twee parende arenden op het nabijgelegen eilandje de Natte Hond.
Zo nu dan komt ook een subadulte vogel poolshoogte van de situatie. In de winterperiode gaf dit geen probleem maar gaandeweg het voorjaar worden deze onvolwassen vogels steeds dwingender benaderd door de volwassen arenden. Zij stellen het duidelijk niet op prijs dat een soortgenoot zich in de buut van het nest ophoudt.
Kortom, alles lijkt er op te wijzen dat arenden doorpakken en dat we mogen verwachten dat de vogels op korte termijn hun eerste ei zullen leggen en zullen beginnen aan de lange broedperiode van bijna 40 dagen.
Jong op nest
Om geen onnodige verstoring te geven is de nestlocatie door ons niet bezocht maar zo in de loop van mei begint de behoefte te bestaan om meer zekerheid te verkrijgen over de situatie in het nest. Jan Roodhart, beheerder van Natuurmonumenten, wil weten of de geïntensiveerde bescherming in stand moet blijven en op 28 mei wordt daarom een bezoek gebracht aan de nestlocatie door ons, drie waarnemers die het eiland in 2017 het eiland integraal op broedvogels hebben geïnventariseerd (zie dit rapport). Eerst lopen we rond de ringdijk maar omdat de elzen en wilgen vol in blad staan is het nest vanaf daar niet meer zichtbaar. Vergezeld door ontelbare steekmuggen begeven we ons vervolgens in het centrale deel van het eiland en daar worden we niet teleurgesteld want we zien de volwassen arend in een dode boom zitten en enkele 10-tallen meters er achter het nest met de andere arend. Het nest ligt op ca 15 m hoogte in een ca 25 meter hoger wilg. Heel even is een jong te zien dat door Buddy gefotografeerd kan worden. Het kuiken is al behoorlijk uit de kluiten gewassen, maar donkere veren zijn er nog niet en wij schatten de leeftijd op 3-4 weken. Het nest ziet er robuust uit en dat moet ook wel want eerder zijn enkele zware voorjaarstormen over het eiland geraasd. Onder het nest ligt een brasem die zich waarschijnlijk uit de klauwen van de arend heeft weten los te rukken om zijn einde te vinden op de bosgrond. We verzamelen enkele rui-veren die op de bodem liggen en verlaten de plek weer zo snel mogelijk om niet verder te verstoren. Met de foto van het jong is het bewijs geleverd van een succesvolle broedsel.
We verlaten het eiland optimistisch gestemd over het verdere verloop.
Een arend kan pas na 10-12 weken vliegen, dus we zullen tot in de tweede helft van juli moeten wachten of het broedgeval succesvol is.
In juni verandert er niet veel aan de situatie. De arenden worden zo nu en dan gezien en soms ook met prooi richting nestlocatie vliegend.
Herkomst en leeftijd
Eén van de vogels (de vermoedelijke man) droeg een ring, die gefotografeerd maar niet afgelezen kon worden. De herkomst is dus niet met zekerheid vast te stellen, maar het is waarschijnlijk dat de arenden van de Dode Hond van een Nederlands nest afkomstig zijn. De eerste Nederlandse vestigingen (2006-2011) kwamen tot stand door Duitse vogels. Daarna volgden steeds meer broedgevallen van paren met vogels van Nederlandse afkomst. Sinds de vestiging in Nederland zijn 50 jongen succesvol uitgevlogen en is meer dan de helft inmiddels geslachtsrijp.
Een zeearend is pas uitgekleurd na vijf jaar en is dan herkenbaar aan zijn volledig witte staart. Eén van de vogels van de Dode Hond had nog een smal, donker eindbandje op de staartveren en was op basis daarvan te taxeren op een leeftijd van vier jaar. Bijna zeker was dit de vrouw. Het was de grootste van de twee en deze vogel zat ook op het nest tijdens ons bezoek op 29 mei. Meestal begint een zeearend pas vanaf het vijfde jaar met de reproductie, maar een startleeftijd van vier jaar is ook niet uitzonderlijk: de leeftijd van het vrouwtje van het eerste broedgeval in de Oostvaardersplassen bedroeg drie jaar Waarschijnlijk niet toevallig, was de manlijke partner daar, net als op de Dode Hond, een oudere vogel van minimaal vijf jaar.
Territorium
De meeste waarnemingen zijn gedaan boven het Eemmeer en in de aangrenzende Eempolder. Het areaal van de twee arenden zal echter veel groter zijn geweest, vermoedelijk enkele 100-den vierkante kilometers. Vanaf de nestlocatie hebben we regelmatig de vogels hoogte zien winnen en in verschillende richtingen zien vertrekken: het noorden (Flevopolder) , het oosten (Arkemheen) het zuiden (Eempolder) of het westen (Gooimeer, Naardermeer en Vechtplassen).
Adulte vogels zijn ook gezien boven Almere en Naardermeer en hoewel het gissen is, hebben deze waarnemingen waarschijnlijk betrekking op de vogels van de Dode Hond. Een aparte waarneming deed Hans van Oosterhout op 10 april boven de Tafelbergheide, een plek waar je niet direct zeearenden verwacht en zeker geen drie adulte exemplaren. Hans had de indruk dat één van de vogels afkomstig was van de Dode Hond, die de andere twee verdreef .
Subadulte zeearenden werden regelmatig gezien in gebieden op meer dan 5 kilometer afstand van de nestlocatie. Met name in de open polder van Akemheen zijn veel waarnemingen gedaan van onvolwassen vogels. In deze marges van het territorium werden deze onvolwassen vogels blijkbaar geduld door het broedpaar.
Voedsel
In de winterperiode kondigt een naderende zeearend zich boven het Eemmeer aan door grote zwermen smienten die gealarmeerd opvliegen. Het moet voor de arend een Tantaluskwelling zijn om omgeven te zijn door de duizenden, onbereikbare prooidieren: met zijn imposante maar trage vleugelslagen ontbreekt het hem aan snelheid en behendigheid om een eend uit de lucht te plukken. Dit in tegenstelling tot de slechtvalk die dankzij zijn snelle duikvluchten in hetzelfde gebied geen moeite heeft om zijn dagelijkse portie eend te bemachtigen.
De zeearend moet het hebben van zijn grotere gewicht waardoor hij in principe in staat moet zijn om grotere prooidieren, zoals een gans, te vangen. Een andere kenmerk van een jagende zeearend is zijn volharding. Bekend is dat hij een meerkoet, die bij naderende gevaar vaak onderduikt, net zo lang kan blijven achtervolgen totdat hij de uitgeputte vogel kan grijpen Zo’n jacht kan bijna een half uur duren.
Er zijn enkele waarnemingen van een arend met prooi, zodat we een idee hebben van het dieet van de arenden. Bovendien zijn de prooiresten verzameld onder het nest op 28 mei en 22 juli. De resultaten staan in de volgende tabel:
Prooiaanvoer gezien |
Prooirest onder nest |
Totaal |
|
Brasem |
1 |
1 |
|
Vis spec |
5 |
1 |
6 |
Meerkoet |
2 |
2 |
4 |
Tureluur/grutto? |
1 |
1 |
2 |
Smient ? |
1 |
1 |
|
Vogel spec |
2 |
2 |
4 |
Krakeend |
1 |
1 |
|
Kokmeeuw |
1 |
1 |
|
Haas |
1 |
1 |
|
Onbekend |
2 |
2 |
|
Totaal |
13 |
10 |
23 |
De arenden hebben duidelijk een gevarieerd dieet maar voor het overige kunnen er geen verantwoorde conclusies getrokken worden. Daarvoor is het aantal waarnemingen te gering. Bovendien zal het aandeel van de vissen sterk ondergewaardeerd zijn. Een vis, die niet al te groot is, wordt van kop tot staart opgegeten zodat onder het nest geen restanten te vinden zullen zijn. Ook zal een arend die vanuit de Eempolder aan komt vliegen met een vogel in zijn klauwen, eerder gezien worden dan een arend die een vis vangt in de buurt van het eiland.
Ook al suggereren de cijfers anders, het is aannemelijk dat vissen tot de favoriete prooidieren van de arend behoren. Vissen kunnen, zoals gezegd, volledig opgegeten worden zonder hinderlijke veren, botten of huid, die bij het eten in de weg zitten. Bovendien is een vis die aan de oppervlakte zwemt een relatief gemakkelijker te grijpen prooi. Er zijn meerdere waarnemingen van een arend die met ogenschijnlijk gemak een vis uit het water licht en Ellen de Bruin ziet op 12 januari zelfs hoe een arend met één poot op nonchalante wijze een vis uit het water grijpt. Dat is natuurlijk een andersoortige inspanning dan de uitputtingsslag om een meerkoet te vangen.
Een bijzondere waarneming deed Buddy van Nieuwenhoven die op 1 juli een ooievaar langs ziet zweven. Geen zeldzaamheid, maar plotseling komt een zeearend in volle vaart aanvliegen, die de ooievaar met gestrekte poten attaqueert. De vogels maken enkele buitelingen in de lucht waarna de arend het voor gezien houdt. Het is mogelijk dat de arend de ooievaar als een mogelijke prooi beschouwd heeft, maar waarschijnlijker is dat deze aanval het gevolg was van een foutieve determinatie en dat de arend in de langsvliegende ooievaar een soortgenoot zag die zijn territorium was binnengedrongen.
De toekomst
Het is verheugend dat de gebiedscoöperatie Gastvrije Randmeren op 1 juni bekend heeft gemaakt dat ze afziet van de plannen om de Dode Hond toeristisch te gaan ontwikkelen. Natuurorganisaties vonden het sowieso niet een goed plan om een Natura 2000 gebied te gaan exploiteren en de arenden hebben in 2018 de argumentatie extra kracht bijgezet door op deze plek hun territorium af te bakenen.
Wat betreft de beschikbaarheid van prooidieren ziet het beeld er ook gunstig uit. De zeearend heeft een gevarieerd dieet en kan profiteren van de vrij rijke visstand van het Eemmeer. Een andere prooigroep vormt het waterwild waarvan er enorme aantallen in het Eemmeer en aangrenzende Eempolder pleisteren. In de maanden juni, juli en augustus verblijven er meer dan 10.000 ruiende vogels, met name meerkoeten, krakeenden, kuifeenden en casarca’s. Hans van Oosterhout nam op 4 juli waar dat een zeearend één van de casarca’s probeerde te vangen. Zonder succes overigens, maar oefening baart kunst, en het is goed mogelijk dat zeearenden weten de profiteren van het feit dat de ruiende vogels gedurende enkele weken niet kunnen vliegen.
Hoewel er geen recente waarnemingen zijn gedaan van een vangst van een gans door een arend, vormen de verschillende ganzensoorten qua biomassa in potentie de belangrijkste prooigroep. Er broeden honderden brand- en grauwe ganzen in het gebied en in de winter pleisteren er tienduizenden kol- en brandganzen. De beheerders van Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten spannen zich in om het aantal overzomerende ganzen te reduceren dus vanuit die kant zal de overstap naar de gans van harte toegejuicht worden. Als de arenden er in zullen slagen om een effectieve strategie te ontwikkelen om ganzen te vangen, dan is er bijna geen bovengrens aan de draagkracht van het gebied en kunnen we een forse toename van het aantal broedende arenden verwachten.
De vestiging van een nieuwe toppredator zal invloed hebben op de voedselketen en het evenwicht in het gebied doen verschuiven, vergelijkbaar met de veranderingen die enkele decennia geleden zijn opgetreden na de terugkeer van de havik. Hoe dit uit zal pakken is onvoorspelbaar en juist dat is één van de interessante aspecten voor ons als natuurliefhebbers, want geef de natuur de ruimte en er ontwikkelt zich ongeënsceneerd een fascinerend schouwspel.
Nawoord
Rik van de Starre is de eerste die een vliegvlug jong heeft gezien. Tijdens het aflezen van geringde casarca’s in het Eemmeer op 20 juli zag hij op de westpunt van de Dode Hond een jonge zeearend met zijn eerste onhandige vliegmanoeuvres.
Op 22 juli hebben we nog een bezoek gebracht aan de nestlocatie waar we geconstateerd hebben dat er geen jong meer op het nest zat.
We concluderen dat dit broedgeval succesvol is afgelopen met één uitgevlogen jong. Een fantastisch resultaat voor het jonge arendpaar.
Dankwoord
Dank aan de beheerders van Natuurmonumenten (Jan Roodhart) en Staatsbosbeheer (Roderick van der Poel) die daadkrachtig maatregelen hebben genomen om de Dode Hond optimaal te beschermen. Dank ook aan degene die direct hebben bijgedragen aan het toezicht op de bescherming van het gebied : Dirk Jan Pater, Roy Mes en de waterpolitie.
De meeste waarnemingen zijn gedaan door Iwan Vermeij en Buddy van Nieuwenhoven, die niet alleen een zeer scherp oog hebben maar ook belangrijke momenten fotografisch wisten vast te leggen.
Iwan, Buddy, Juun de Boer, Huub Casander, Anco Driessen, Dirk Prop, Piet Spoorenberg, Joke van Velsen en Hugo Weenen verzamelden waarnemingen onder soms barre omstandigheden (‘de Russische beer’) gedurende onder andere drie arend-dagen in maart.
Tekst: Dirk Prop
Foto’s : De arenden op de foto’s zijn de broedvogels van de Dode Hond. De foto’s zijn gemaakt door Iwan Vermeij en Buddy van Nieuwenhoven in het voorjaar van 2018.
Bronnen
Bij het schrijven van dit artikel is gebruik gemaakt van de volgende bronnen:
Meeuwissen, G. , J.H. Venema. 2018. Eerste broedgeval van de zeearend in de provincie Groningen in 2017. De Grauwe Gors 2018.
Prop, D. 2017. Broedvogels van de Dode Hond 2017. Vogelwerkgroep Het Gooi en Omstreken Rapport 260.
Van Rijn, S.H.M. & J.J.A. Dekker 2016. Zeearenden in Nederland. Een kennisoverzicht van de verzamelde gegevens tot en met 2016. Rapport 2016-03. Jasja Dekker Dierecologie & Delta Milieu, Arnhem/Culemborg.
www.waarneming.nl (gooi.waarneming.nl). Hisko de Vries